Stadiëring in oestrogeenreceptor positieve borsttumoren: pathologische stadiëring versus bioscore.


F. Traa, M.L.G. Vane, S.M.J. van Kuijk, S.M.E. Engelen, B.N. van Kaathoven, M.C. van Maaren, S. Siesling, M. Moossdorff, M. Smidt

Voorzitter(s): dr. J.P. Deroose, chirurg, Martini Ziekenhuis, Groningen

Vrijdag 25 mei 2018

9:44 - 9:51u in Zaal 80 & 81

Categorieën: Mammachirurgie, Orale presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V22 Mammachirurgie (deel 2/2)


Introductie 

Bioscore (prognostisch stadiëringssysteem) combineert pathologische stadiëring met tumor biologie. De bioscore is gevalideerd voor primair chirurgische borstkankertumoren tot vijf jaar na diagnose. Voor validatie van oestrogeenreceptor positieve (ER+) tumoren is mogelijk een langere follow-up nodig. Dit onderzoek bepaalt de validatie van de bioscore voor ER+ borstkankertumoren met een 10-jaar follow-up.

Methode

Uit de Nederlandse Kanker Registratie van 2005 werden alle nieuw gediagnosticeerde ER+ tumoren met een complete 10-jaar follow-up geïncludeerd. Alle patiënten werden eerst gestadieerd volgens de pathologische stadiëring: pathologische TNM classificatie (I-IV), ontwikkeld door de American Joint Committee on Cancer (AJCC) (7e editie). Vervolgens werden de patiënten gestadieerd volgens de bioscore. Het eindpunt was ziektevrije overleving als eerste event binnen 10 jaar follow-up. Met behulp van Kaplan Meier analyses werd de ziektevrije overleving berekend voor beide stadiëringssystemen (figuur 1 en 2). 

Resultaten 

In totaal werden 2.516 ER+ borstkanker patiënten geïncludeerd. De 10-jaar ziektevrije overleving van de pathologische stadiëring varieerde van 46.3% tot 82.6%. Voor stadium 1, 2A, 2B, 3A, 3C was dit respectievelijk 82.6%, 81.9%, 70.6%, 59.7% en 46.3% (tabel 1). De 10-jaar ziektevrije overleving van de bioscore varieerde van 38.6% tot 94.3%. Voor de bioscore 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 was dit respectievelijk 94.3%, 83.1%, 83.9%, 72.1%, 63.9%, 47.1% en 38.6% (tabel 1).

Conclusie

Concluderend, biedt de bioscore vergeleken met de pathologische stadiëring een meer geavanceerde verdeling met betrekking tot de 10-jaar ziektevrije overleving. Daarnaast identificeert de bioscore een groep met een zeer goede prognose (score 0) en een met een zeer slechte prognose (score 6), die niet wordt geïdentificeerd met de pathologische stadiëring.

Tabel 1. Ziektevrije overleving na 10 jaar follow-up: pathologische stadiëring en bioscore (n=2.516).
Figuur 1. Ziektevrije overleving volgens de pathologische stadiëring.
Figuur 2. Ziektevrije overleving volgens stadiëring op basis van de bioscore.