Gamma probe en echografie geleide dunne naald aspiratie cytologie van de schildwachtklier


D. Verver, C.M.C. Oude Ophuis, L.B. Koppert, C. de Monye, C.H.M. van Deurzen, S. Koljenovic, A. Bruining, B. van der Hiel, S. ter Meulen, A.C.J. van Akkooi, C. Verhoef, D.J. Grünhagen

Voorzitter(s): dr. R.R.J.P. van Eekeren, chirurg, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem

Vrijdag 25 mei 2018

10:21 - 10:28u in Parkzaal

Categorieën: Melanoom, Orale presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V25 Hoofdhals, weke delen & melanoom


Introductie 

Het doel van deze studie was om prospectief de sensitiviteit van de gecombineerde gamma probe en echografie geleide dunne naald aspiratie cytologie (DNAC) techniek voor de detectie van uitzaaiingen in de schildwachtklier te evalueren, vergeleken met de gouden standaard histologie van de schildwachtklier na een schildwachtklierprocedure.

Methode 

De studie was opgezet als een prospectieve, multicenter, open-label, single-arm studie. Patiënten met nieuw gediagnosticeerd melanoom of borstkanker die in aanmerking kwamen voor een schildwachtklierprocedure werden gerekruteerd tussen mei 2015 en augustus 2017. Na succesvolle lymfscintigrafie ondergingen de patiënten echografie van de geïdentificeerde schildwachtklier basin(s). Gamma probe geleide echografie werd gebruikt om de vermoedelijke schildwachtklier te identificeren waarna DNAC plaatsvond van alle geïdentificeerde schildwachtklieren. De radioactiviteit van het afgenomen materiaal werd gemeten met een Geiger-Müller-teller. Na het onderzoek ondergingen alle geïncludeerde patiënten direct de schildwachtklierprocedure. De sensitiviteit, specificiteit, positief voorspellende waarde en negatief voorspellende waarde van de techniek werden berekend.

Resultaten 

Inclusie werd voortijdig gestaakt door resultaten van een interim-analyse. In totaal hebben 58 patiënten van de origineel geplande 116 patiënten het onderzoek volbracht. Er waren geen terecht-positieve DNAC resultaten, 14 vals-negatieve en één vals-positief resultaat. Dit resulteert in een DNAC sensitiviteit van 0%, specificiteit van 98%, een positief voorspellende waarde van 0% en een negatief voorspellende waarde van 75%. Minstens 75% van het afgenomen materiaal had een hoger radioactief-signaal dan het aanwezige achtergrond-signaal.

Conclusie 

Gamma probe en echografie geleide DNAC is niet in staat om correct uitzaaiingen te detecteren in the schildwachtklier. Hierdoor kan deze techniek de huidige schildwachtklierprocedure niet vervangen. Gamma probe geleide echografie is wel uiterst accuraat in het correct identificeren van de schildwachtklier. Dit biedt mogelijkheden voor toekomstig onderzoek.