D. van Reijn, P.J. Voorham-van der Zalm, R.C.M. Pelger, I.J.M. Han-Geurts
Donderdag 24 mei 2018
17:12 - 17:17u
in Genderzaal
Categorieën: Poster presentatie, Proctologie, Vrije voordrachten (V-sessie)
Parallel sessie: V06 Algemene chirurgie
Een anale fissuur is een veel voorkomende pijnlijke aandoening. Een chronische fissuur reageert vaak niet op de huidige conservatieve methoden en wisselend op een operatieve behandeling. Om te bepalen wat een doelmatige behandeling is, is het belangrijk inzicht te krijgen in de factoren die een rol spelen in deze patiëntenpopulatie.
In deze prospectieve studie werden alle patiënten met een chronische fissura ani die zich presenteerden van 2016 tot heden geïncludeerd. Data betreffende voorgeschiedenis, duur klachten, eerdere behandeling werden verzameld. Bekkenbodemklachten zoals dyspareunie, mictieklachten en moeizame defecatie werden genoteerd. Alle patiënten vulden bij inclusie een pijn scores (VAS)en een gevalideerde proctologische patient related outcome measurement (PROM) in. De fissuur, sfincters en functie van de bekkenbodem werden beoordeeld aan de hand van rectaal toucher. Een fissuur werd chronisch beschouwd wanneer klachten langer dan 6 weken bestonden en/of wanneer er sprake was van recidiverende ziekte episodes.
Er werden 145 patiënten, 100 vrouwen (69%) en 45 mannen (31%) met een gemiddelde leeftijd van 42 jaar, geïncludeerd. Vierentachtig patiënten waren eerder behandeld met conservatieve therapie en/of botox. Zevenenveertig patiënten (33%) hadden obstipatie. Mictie klachten kwamen voor bij 23 (16%) patiënten; dyspareunie bij 39 vrouwen (39%). De pijnscore was gemiddeld 6,5 (SD 2,45); PROM score gemiddeld 5,8 (SD 2). Bij 125 patiënten was rectaal onderzoek mogelijk. Dertig patiënten (24%) had een hoge rustdruk; dyssynergia werd vastgesteld in 41 (33%) en 60 patiënten (48%) ervaarde rekpijn van de m levator ani.
Bekkenbodemklachten zoals dyssynergie en levator ani syndroom was in resp. 33% en 48% van de patiënten met chronische fissura ani aanwezig. Deze hoge incidentie suggereert dat bekkenbodem dysfunctie een rol speelt in de etiologie en ziektebeloop van chronische fissura ani; wellicht dient therapie eveneens hierop gericht te worden.