Effect van de timing van parathyreoïdectomie ten opzichte van niertransplantatie op nierfunctie


W.Y. van der Plas, P. von Forstner, M. El Moumni, E.Y. Koh, R.R. Dulfer, T.M. van Ginhoven, J.I. Rotmans, N.M. Appelman-Dijkstra, A. Schepers, J.Th.M. Plukker, L. Vogt, A.F. Engelsman, E.J.M. Nieveen van Dijkum, S. Kruijff, R.A. Pol, M.H. de Borst

Voorzitter(s): dr. R.R.J.P. van Eekeren, chirurg, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem

Vrijdag 25 mei 2018

10:07 - 10:14u in Zaal 83

Categorieën: Hoofdhals en endocrien, Orale presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V25 Hoofdhals, weke delen & melanoom


Introductie

Hyperparathyreoïdie (HPT) is een veel voorkomende complicatie van chronisch nierfalen. Parathyreoïdectomie (PTx) is geïndiceerd bij patiënten met medicatie-resistente HPT. Of het voor de nierfunctie beter is PTx te plannen voorafgaand of na niertransplantatie (NTx), is onduidelijk. We onderzochten het effect van timing van PTx ten opzichte van NTx op nierfunctie. 

Methode 

In een retrospectieve multicenterstudie werden patiënten geïncludeerd die zowel een PTx als NTx ondergingen in de periode van 1994 tot 2016. Twee groepen werden gevormd volgens de operatievolgorde: PTx voor NTx (PTxNTx) en PTx na NTx (NTxPTx). Primair eindpunt was geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR), gemeten 3 en 6 maanden, 1, 3 en 5 jaar na NTx. De correlatie tussen de timing van PTx ten opzichte van NTx en het beloop van nierfunctie over de tijd werd bepaald met behulp van ‘gegeneralized estimating equations’(GEE)-analyse.

Resultaten 

Vanuit vier academische ziekenhuizen werden 185 patiënten geïncludeerd (PTxNTx groep: 102 [55%]; NTxPTx groep: 83 [45%]). Ontvangerleeftijd, donatietype (levend vs. postmortaal), PTx-type (totaal vs. subtotaal) en pre-NTx PTH-waarden waren significant verschillend. De timing van PTx ten opzichte van NTx had geen significante invloed op het beloop van de nierfunctie na NTx (gemiddeld verschil -1.2/ml/min/1.73m², 95% betrouwbaarheidsinterval [BI] -8.6-6.2, p=0.75). Tevens was er geen verschil in beloop van eGFR na correctie voor ziekenhuis, leeftijd van donor en ontvanger, koude ischemie tijd, aantal HLA-mismatches, donor en PTx type, preëmptief vs. postdialyse NTx en PTH-waarde (gemiddeld verschil -0.18 ml/min/1.73m², 95% BI: -16.9-16.6, p=0.98).

Conclusie

In deze relatief grote multicenterstudie heeft de timing van PTx ten opzichte van NTx geen invloed op het beloop van nierfunctie na NTx. Wachten op NTx heeft, ook wat betreft de nierfunctie, de voorkeur, omdat in de helft van de patiënten HPT spontaan verdwijnt na NTx.