Evaluatie van de indicatie voor Chirurgische Behandeling van Kleine Abdominale Aorta Aneurysmata in Nederland


E.G. Karthaus, L.R. van der Werf, A.C. Vahl, B.H.P. Elsman, J.A. van Herwaarden, M.W.J.M. Wouters, J.F. Hamming

Donderdag 24 mei 2018

16:44 - 16:51u in Auditorium

Categorieën: Orale presentatie, Vaatchirurgie arterieel, veneus & diabetische voet, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V04 Vaatchirurgie 1


Introductie

Richtlijnen adviseren chirurgische behandeling voor asymptomatische abdominale aorta aneurysmata (AAA) met een diameter vanaf 55mm bij mannen en 50mm bij vrouwen.  Er wordt echter soms van deze richtlijn afgeweken. Deze studie evalueert de redenen om af te wijken, met focus op wat behandelaars vinden en vervolgens daadwerkelijk doen.

Methode

Alle patiënten die electieve AAA-chirurgie ondergingen tussen 2013-2016 en geregistreerd in de Dutch Surgical Aneurysm Audit (DSAA) zijn geïncludeerd. Chirurgie bij een aneurysma diameter van <55mm bij mannen of <50mm bij vrouwen werd beschouwd als 'richtlijnafwijking'. De frequentie van richtlijnafwijking werd geëvalueerd, evenals de variatie in het percentage richtlijnafwijking tussen behandelaars over verschillende jaren. Naar alle behandelteams die AAA-chirurgie uitvoeren werd een vragenlijst verstuurd. Hierin werd gevraagd wat men gegronde redenen vindt voor richtlijnafwijking. Daarnaast werd gevraagd het eigen percentage richtlijnafwijking te schatten. Het geschatte percentage van ieder team werd vergeleken met het percentage in de DSAA.

Resultaten 

9039 patiënten (60 teams) werden geïncludeerd. In 15% (n=1324) vond richtlijnafwijking plaats, variërend van 2-44% tussen teams (figuur1). Bij 21 teams vond over meerdere jaren zelden richtlijnafwijking plaats, bij 8 gebeurde dit structureel. 44/60 behandelteams vulden de vragenlijst in. Aorto-iliacaal aneurysma met grote iliacale diameter (n=40, 91%), sacculair aneurysma (n=36, 82%) en snelle groei (n=35, 80%) werden frequent als gegronde reden genoemd (figuur2). De meerderheid (n=34, 77%) schatte dat richtlijnafwijking in <5% van hun patiënten plaatsvond. Bij 11 (25%) teams kwam het geschatte percentage richtlijnafwijking overeen met het percentage in de DSAA, bij 33 (75%) teams werd het percentage onderschat.

Conclusie

In Nederland wordt in 15% van electieve AAA-patiënten van de richtlijn afgeweken, met ruime variatie tussen teams. Er bestaat redelijke consensus over acceptabele en gegronde redenen om van de richtlijn af te wijken. Er is echter discrepantie tussen het geschatte percentage richtlijnafwijking en het daadwerkelijke percentage.

Percentage richtlijnafwijking per behandelteam
Gerapporteerde gegronde redenen voor richtlijnafwijking