L.B.D. Banning, L. Ter Beek, M. El Moumni, L. Visser, C.J. Zeebregts, H. Jager-Wittenaar, R.A. Pol
Vrijdag 25 mei 2018
9:37 - 9:44u
in Auditorium
Categorieën: Orale presentatie, Vaatchirurgie arterieel, veneus & diabetische voet, Vrije voordrachten (V-sessie)
Parallel sessie: V19 Vaatchirurgie (deel 2/2)
Ondervoeding is een belangrijke risicofactor voor postoperatieve complicaties, zoals infectie, vertraagde wondgenezing, langere ziekenhuisopname en mortaliteit. Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen van het effect van risico op ondervoeding op postoperatieve complicaties bij vaatchirurgische patiënten.
Alle vaatchirurgische patiënten die van 2015 tot 2016 een electieve vaatchirurgische interventie ondergingen werden prospectief geïncludeerd. De voedingsstatus van de patiënten werd bepaald met behulp van de “Scored Patient-Generated Subjective Global Assessment Short Form” (PG-SGA SF). Het risico op ondervoeding werd gescoord in vier vakken; gewichtsverandering, verandering in voeding, factoren die leiden tot verminderde intake en mate van activiteit. Het maximaal te scoren aantal punten bedraagt 18, een score van 4-8 werd geclassificeerd als matig risico en een score ≥ 9 als verhoogd risico op ondervoeding. Postoperatieve complicaties zijn met behulp van de Comprehensive Complication Index (CCI) geregistreerd.
In totaal werden 306 patiënten geïncludeerd in deze studie. De gemiddelde leeftijd was 68 jaar en 74% was man. Tweehonderd tweeëndertig patiënten (76%) hadden een laag risico, 55 patiënten (18%) een matig risico en 19 patiënten (6%) een verhoogd risico op ondervoeding. De gemiddelde CCI-score voor het totale cohort was 6.8. Patiënten met een verhoogd risico op ondervoeding hadden een significant hogere CCI-score met een verschil van 5.3 punten tussen de laag en hoog risico patiënten (P=0.008) en een verschil van 4.1 punten tussen de matig en hoog risico patiënten (P=0.018) .
Dit onderzoek toont aan dat een groot deel van de electieve vaatchirurgische patiënten een matig tot hoog risico hebben op ondervoeding, wat resulteert in een verhoogde kans op postoperatieve complicaties. Deze bevindingen geven aan dat preventieve voedingsinterventie nuttig kan zijn en kan leiden tot betere chirurgische uitkomsten.