Poster - Het werkingsmechanisme van trombocytaggregatieremmers bij patiënten met colorectaal kanker


M. A. Frouws, E. Rademaker, E. Bastiaannet, M.P.P. Van Herk-Sukel, V. E. Lemmens, C.J.H. van de Velde, J. E. A. Portielje, G. J. Liefers

Donderdag 24 mei 2018

17:12 - 17:17u in Parkzaal

Categorieën: Colorectaal (maligne), Poster presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V02 Colon maligne


Introductie 

Eerdere studies hebben gesuggereerd dat de associatie tussen aspirine en een verbeterde  overleving wordt gemedieerd door aspirine als trombocytaggregatieremmer (TAR). Dit studiedoel was om hiervoor epidemiologisch bewijs te leveren, door de relatie tussen totale overleving en het gebruik van aspirine en andere TARs bij patiënten met colorectaal kanker te onderzoeken.

Methode

In deze observationele studie werd data van het Nederlands Kanker Instituut gelinkt aan het PHARMO Database Netwerk. Patiënten die aspirine, al dan niet in combinatie met een andere TAR (dubbelgebruikers), gebruikten werden geselecteerd en vergeleken met niet-gebruikers. De associatie tussen de totale overleving en het gebruik van een TAR (aspirine of een andere TAR) werd geanalyseerd met Cox regressiemodellen, met het gebruik van een TAR als tijdsafhankelijke co-variabele. 

Resultaten

In totaal werden 9.196 patiënten geïdentificeerd met colorectaal kanker en 1.766 patiënten hiervan gebruikten een TAR na de diagnose. Andere TARs dan aspirine waren voornamelijk clopidogrel en dipyridamol. Het gebruik van aspirine werd geassocieerd met een verhoogde totale overleving, met een hazard ratio (HR) van 0.41 (95% B.I. 0.37-0.47, p < 0.001). Het gebruik van enkel een TAR anders dan aspirine werd niet geassocieerd met overleving (HR 0.92, 95% B.I. 0.70-1.22, p = 0.57). Dubbelgebruikers hadden geen verbeterde overleving vergeleken met patiënten die alleen aspirine gebruikten (HR 0.43 95% N.I. 0.35-0.52, p < 0.001). 

Conclusie

Het gebruik van aspirine na de diagnose van colorectaal kanker werd geassocieerd met een significant lagere mortaliteit en dit effect bleef significant na het corrigeren voor potentiële confounders. Er werd geen additioneel overlevingsvoordeel gevonden bij patiënten die zowel aspirine als een andere TAR gebruikten.

Flow chart van de studiepopulatie met de exclusie aantallen en bijbehorende redenen
Overzicht van de studiegroepen geïncludeerd in deze studie. Patiënten die alleen een trombocytaggregatieremmer anders dan aspirine gebruikten (n = 64) werden uitgesloten van de analyse