M.J.M. van der Valk, F.A. Holman, K.C.M.J. Peeters, C.J.H. van de Velde, G.L. Beets, D.E. Hilling
Donderdag 24 mei 2018
17:51 - 17:56u
in Parkzaal
Categorieën: Colorectaal (maligne), Poster presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)
Parallel sessie: V09 Colon maligne
Na neoadjuvante chemoradiatie voor een rectumcarcinoom wordt de respons doorgaans bepaald met rectaal toucher, MRI en eventueel endoscopie. Hoewel orgaansparende behandelingen bij rectumcarcinoompatiënten met een klinisch complete respons van de primaire tumor steeds vaker worden toegepast, is het onduidelijk wat de incidentie van positieve klierstatus (ypN0/ypN+) na neoadjuvante chemoradiatie is.
Met data van de Nederlandse Kanker Registratie is een retrospectieve studie uitgevoerd. Patiënten met een rectumcarcinoom, die tussen 2007 en 2014 werden behandeld met chemoradiatie gevolgd door een operatie werden geselecteerd. Patiënten met afstandsmetastasen bij diagnose (stadium IV), alsmede patiënten van wie het klinisch of pathologisch tumorstadium onbekend was, werden geëxcludeerd. Voor analyse van de overleving werden Kaplan-meier methoden gebruikt, verschillen tussen groepen werden getest met de log-rank test.
De database bestond uit 6596 patiënten, waarvan 1175 patiënten een pathologisch complete tumor respons hadden na chemoradiatie (ypT0, 18%). Mediane follow-up duur was 5.0 jaar. Bij 91% (n=1071) werden er tevens geen lymfkliermetastasen aangetoond (ypN0). De overige 8.9% waren ypN1 (8.2% n=96) of ypN2 (0.7%, n=8). De vijfjaarsoverleving in het gehele cohort was 75%, en 87% voor patiënten met een pathologisch complete tumorrespons (ypT0). Binnen deze laatste patiëntengroep was de overleving statistisch significant slechter voor patiënten met lymfkliermetastasen (ypT0N0= 89%, ypT0N1=70% en ypT0N2=0.67%, p<0.000).
Bij de meeste rectumcarcinoompatiënten met een pathologisch complete respons van de tumor (ypT0) werden geen lymfkliermetastasen aangetoond. Wanneer dit wel het geval was (ypT0N+), was de prognose beduidend slechter. Bij selectie van kandidaten voor orgaansparende behandeling is het daarom belangrijk om zowel de endoluminale respons als de klierstatus te evalueren.