Poster - Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs) in borstkankerpatiënten.


M Lagendijk, L.S.E. van Egdom, C Richel, C. Verhoef, HF Lingsma, L.B. Koppert

Voorzitter(s): dr. A.J.G. Maaskant-Braat, chirurg, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven

Donderdag 24 mei 2018

17:51 - 17:56u in Zaal 80 & 81

Categorieën: Mammachirurgie, Poster presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V13 Mammachirurgie (deel 1/2)


Introductie 

Patiënt-gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs) vormen een belangrijk, innovatief onderdeel van de ICHOM borstkanker uitkomstenset. Weinig informatie is bekend over PROMs, met name in relatie tot het type chirurgie verricht. We evalueerden de patiënttevredenheid en verwachtingen ten aanzien van het gebruik van PROMs onder borstkankerpatiënten aangesloten bij de landelijke/ regionale patiëntvereniging.

Methode

Middels een online oproep, beschikbaar op de website van de landelijke (Borstkankervereniging Nederland) en regionale patiëntvereniging, werden borstkankerpatiënten gevraagd om deelname. Gerapporteerd werd: leeftijd, tijd sinds de operatie en type borstchirurgie (i.e. mammasparende therapie (MST), mastectomie, implantaat-reconstructies of autologe reconstructies). De PROMs EORTC-QLQ-C30/BR23 en BREAST-Q (gespecificeerd op het type chirurgie verricht) werden afgenomen en vergeleken voor de verschillende type chirurgie. Additioneel werden de scores vergeleken met de in literatuur beschikbare normwaarden en referentiewaarden. Tevredenheid met PROMs en verwachtingen van de patiënt werden gescoord met een aanvullende vragenlijst.

Resultaten

Een totaal van 496 patiënten voltooiden de vragenlijsten waarvan 487 tevens de additionele tevredenheid/verwachtingen-vragenlijst complementeerden. Statistisch significant lagere scores werden gevonden voor het ‘fysiek functioneren’ na MST in vergelijking met de andere chirurgische technieken en de in de literatuur beschreven referentiewaarden. Ten opzichte van patiënten na MST waren patiënten met een autologe reconstructie meer tevreden, terwijl patiënten met implantaten juist lager scoorden. Van alle patiënten waren 462 (94 %) patiënten (erg) tevreden met het toekomstige gebruik van PROMs en 434 (89.1%) patiënten gaven aan te verwachten dat het gebruik van PROMs de geleverde borstkankerzorg zou kunnen verbeteren. 

Conclusie

Statistisch significant verschillende PROM scores werden gerapporteerd voor de typen chirurgie. Dit onderzoek genereert een eerste inzicht in scores in relatie tot type borstkankerchirurgie. Verwacht wordt dat het (prospectief) vervolgen van PROMs de huidige borstkankerzorg kan verbeteren. De hoge patiënttevredenheid ten aanzien van de PROMs is hierbij van belang.