Poster - Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (GKvL) vóór een trauma vergeleken met de GKvL van een Nederlandse referentiepopulatie: de toegevoegde waarde van opleidingsniveau


N. Kruithof, J.A. Haagsma, L. de Munter, K.W.W. Lansink, S. Polinder, M.A.C. de Jongh

Donderdag 24 mei 2018

17:12 - 17:17u in Brabantzaal

Categorieën: Poster presentatie, Traumachirurgie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V01 Trauma


Introductie

Bij traumapatiënten is de retrospectief vastgestelde gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (GKvL) vóór het trauma hoger dan leeftijd- en geslachtsgecorrigeerde populatienormscores. Er zijn echter grote verschillen in opleidingsniveau tussen de traumapopulatie en de algemene populatie. Deze studie onderzocht of opleidingsniveau het verschil in GKvL tussen traumapatiënten en de algehele populatie verklaart.

Methode

Voor deze studie werden data gebruikt van de Brabant Injury Outcome Surveillance Study (BIOS). Dit is een groot prospectief longitudinaal cohortonderzoek waarbij traumapatiënten die tussen augustus 2015 en November 2016 werden opgenomen in één van de Brabantse ziekenhuizen werden geïncludeerd. Binnen drie maanden na het trauma werd retrospectief de GKvL vóór het trauma vastgesteld met de EuroQoL-5D-3L (EQ-5D-3L) vragenlijst. Een steekproef uit de Nederlandse bevolking werd als referentiecohort gebruikt. Het verschil in GKvL tussen het traumacohort (n=3032) en het referentiecohort (n=1839), evenals de rol van opleidingsniveau werden geanalyseerd met beschrijvende statistiek en lineaire en logistische regressie-analyses.

Resultaten 

Gemiddeld was bij traumapatiënten de retrospectief vastgestelde GvKL vóór het trauma hoger dan de GvKL in het referentiecohort. Dit gold voor alle individuele dimensies van de EQ-5D-3L (mobiliteit, dagelijkse activiteiten, pijn/discomfort, angst/depressie), behalve de dimensie ‘zelfzorg’. In analyses gestratificeerd voor leeftijd, geslacht en opleidingsniveau, hadden alleen laag- of middenopgeleide patiënten ≥65 jaar een lagere GKvL dan het referentiecohort. Traumapatiënten met een laag opleidingsniveau hadden de laagste uitkomsten op de EQ-5D-3L terwijl patiënten met een hoog opleidingsniveau de hoogste scores hadden. Opleidingsniveau bleek als confounder een deel van het verschil in GKvL tussen het trauma- en referentiecohort te verklaren.

Conclusie

Naast leeftijd en geslacht is opleidingsniveau een confounder die de GKvL beïnvloedt. Daarom kunnen populatienormscores gebruikt worden voor het beter schatten van GKvL vóór het trauma als de doel- en de referentiepopulatie vergelijkbaar zijn met betrekking tot leeftijd, geslacht en bij voorkeur ook met opleidingsniveau.