Poster - Adjuvante dendritische cel immunotherapie (DCI) na cytoreductieve chirurgie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS-HIPEC) voor patiënten met peritoneaal mesothelioom: rationaal en design van de MESOPEC-studie


N.L. de Boer, J.W.A. Burger, C. Verhoef, J.G.J.V. Aerts, E.V.E. Madsen

Vrijdag 25 mei 2018

9:51 - 9:56u in Brabantzaal

Categorieën: Experimenteel, Poster presentatie, Vrije voordrachten (V-sessie)

Parallel sessie: V16 Experimenteel (deel 2/2)


Introductie 

Maligne Peritoneaal Mesothelioom(MPM) is een zeldzame, agressieve, asbest-gerelateerde aandoening. MPM heeft een zeer slechte prognose, zelfs na maximale behandeling. De komst van CRS-HIPEC heeft geleid tot verbetering in overleving. Echter, de recidief kans is hoog. Adjuvante systemische chemotherapie is weinig effectief, maar DCI laat bij pleuraal mesothelioom veelbelovende resultaten zien.

Methode

Primair doel van de studie is het bepalen van de haalbaarheid van DCI bij patiënten met MPM. Secundaire eindpunten zijn de veiligheid en het bepalen van de specifieke immunologische respons tegen de tumor. Hiervoor zullen wij een single-center fase II studie uitvoeren. Studie populatie bestaat uit volwassen patiënten met MPM. Voor CRS-HIPEC ondergaan studiepatiënten een leukaferese. Het leukaferese product wordt opgewerkt tot volwassen dendritische cellen (DCs). Deze DCs worden geladen met PheraLys (een tumorcel lysaat afkomstig van 5 humane mesothelioom cellijnen). Patiënten zullen na CRS-HIPEC in totaal vijf keer gevaccineerd worden met de DCs geladen met PheraLys (MesoPher).

Resultaten 

Eerste inclusie wordt verwacht in februari 2018. We verwachten de inclusie van patiënten rond te hebben voor februari 2020. Naar verwachting zullen wij de eerste resultaten in augustus 2020 kunnen presenteren. 

Conclusie

De MESOPEC-studie zal laten zien of het geven van DCI bij patiënten met MPM na CRS-HIPEC haalbaar en veilig is. Deze studie zou een belangrijke eerste stap kunnen zijn in de ontwikkeling van nieuwe behandelstrategieën, met weinig bijwerkingen, die de overleving van patiënten met MPM zou kunnen verbeteren.